1. Wij geloven in Allah en Zijn Namen en Eigenschappen, zoals die zijn genoemd in het Boek van Allaah en de Soennah van de Boodschapper van Allaah, zonder tahrief (vertekening), noch ta’wiel (figuurlijke interpretatie), noch tamthiel (een overeenkomst maken), noch tashbieh (vergelijken), noch ta’tiel (ontkennen).
2. Wij houden van de Metgezellen van de Boodschapper van Allaah, en we verafschuwen degenen die slecht over hen spreken. Wij geloven dat slecht spreken over hen gelijk staat aan slecht spreken over de Religie, omdat zij degenen zijn die het aan ons overbrachten. En we houden van de Familie van de Profeet, met liefde die volgens de Sharie’ah is toegestaan.
3. We houden van de Mensen van Hadieth en van alle Selef van de Oemmah van Ahloes-Soennah.
4. We verachten ‘ilmoel-kalaam (kennis van theologische retoriek), en wij zien het als één van de grootste redenen voor de opsplitsingen in de Oemmah.
5. Wij accepteren niets van de boeken van Fiqh (wetsgeleerdheid), noch van de boeken van Tafsier (uitleg van de Qor’aan), noch van de oude verhalen, noch van de Sierah (biografie) van de Profeet, behalve hetgene dat is bevestigd door Allaah of door Zijn Boodschapper. Wij bedoelen niet dat wij hen hebben verworpen, en we beweren niet dat we hen niet nodig hebben. We halen juist voordeel uit de ontdekkingen van onze Geleerden en de Juristen en anderen. Echter, we accepteren geen regelgeving, behalve wanneer er een authentiek bewijs is.
6. We schrijven niet in onze boeken, noch onderwijzen we in onze lessen, noch geven we preken, met iets anders dan de Qor’aan, of de authentieke Soennah en gezaghebbende ahaadieth. En we verafschuwen hetgeen vele boeken en waarschuwers uitstralen aan onjuiste verhalen en zwakke en verzonnen ahaadieth.
7. Wij doen geen takfier (iemand tot niet-Moslim verklaren) op een Moslim wegens een zonde, behalve shirk (polytheïsme) bij Allaah, of afvalligheid. Daartegen zoeken wij onze toevlucht bij Allaah.
8. We geloven dat de Qor’aan het Woord van Allaah is, het is niet geschapen.
9. Wij zien het als onze verplichting om samen te werken met de groep die de methodologie van het Boek en de Soennah volgt, en hetgeen waar de Selef van de Oemmah op waren; in de uitnodiging naar Allaah de Glorieuze, en oprecht zijn in aanbidding van Hem, en waarschuwen tegen shirk, innovaties en ongehoorzaamheid, en om alle groeperingen die hier tegenin gaan te adviseren. Dus samenwerken op rechtvaardigheid en vroomheid (taqwa) en wederzijds adviseren, maakt het waarschuwen tegen kwaad en niet samenwerken met de verdorvenen noodzakelijk.
10. Wij achten het incorrect om tegen de Moslimleiders te rebelleren zolang zij Moslims zijn, noch denken wij dat revoluties verbroedering opleveren. Zij corrumperen eerder de gemeenschap.
11. Wij vinden dat deze veelheid van aanwezige partijen tegenwoordig de reden is voor de verdeeldheid van de Moslims en hun zwakheid. Dus daarom werken wij voor “het bevrijden van de gedachten van de ketening van het blindelings volgen en de duisternis van sektarianisme en partijgeest.”
12. Wij beperken ons begrip van het Boek van Allaah en de Soennah van de Boodschapper van Allaah, tot het begrip van de Selef van de Oemmah van de Geleerden van hadieth, niet de blinde volgers van hun individuen. Wij nemen de waarheid, waar hij ook van komt. En wij weten dat er zijn die Selefiyah claimen, maar Selefiyah is vrij van hen, want zij brengen in de maatschappij wat Allaah heeft verboden. Wij geloven in het opvoeden van de jonge generatie op de Islaam, gezuiverd van alles dat we hebben genoemd, hen daaruit een correct Islaamitisch onderwijs gevend vanaf het begin - zonder enige invloed van de ongelovige westerse educatie.
13. Wij geloven dat politiek een onderdeel is van de Religie, en degenen die de Religie van politiek proberen te scheiden, proberen slechts de Religie te vernietigen en Chaos te verspreiden.
14. Wij geloven dat er geen eer of overwinning voor de Moslim zal zijn, totdat zij terugkeren tot het Boek van Allaah en de Soennah van de Boodschapper van Allaah.
15. Wij verwerpen degenen die de Religie verdelen in onbenulligheden en belangrijke zaken. En we weten dat dit vernietigend is voor de Da’wah.
16. Wij verwerpen degenen die de kennis van de Soennah bagatelliseren, en zeggen dat er niet de tijd voor is. Evenzo verwerpen wij degene die het handelen volgens de Soennah van de Boodschapper van Allaah bagatelliseert.
17. Wij houden van de tegenwoordige Geleerden van de Soennah en hopen dat we profijt van hen kunnen hebben en betreuren het sterven van velen van hen.
18. Onze Da’wah en onze ‘Aqiedah zijn ons meer geliefd dan ons zelf, onze welvaart en ons nageslacht. Dus we zijn niet bereid om het te verlaten voor goud noch zilver. Wij zeggen dit, zodat niemand hoop zal hebben om ons uit onze Da’wah te kopen, noch zou hij moeten denken dat het mogelijk is voor hem om het te kopen, voor een dinar of dirham.
19. Wij accepteren geen fatwa, behalve van het Boek van Allaah en de Soennah van de Boodschapper van Allaah.
Dit zijn blikken in onze ‘Aqiedah en onze Da’wah. Dus als iemand hier een aanmerking op heeft, dan zijn wij bereid het advies te accepteren mits het waarheidsgetrouw is, en het te weerleggen als het vals is, en het te vermijden als het koppige verwerping is. En Allaah weet het het beste.
bron: Grotendeels gebaseerd op Tardjoemah Abie ‘Abdir-Rahmaan Moqbil ibn Haadie al-Waadi’ie (p.135-142) van Shaykh Moqbil.
Onze selefie uitnodiging.
Onze uitnodiging, door Shaych Muqbil rahiemehoellaah.