Madhab As-Selef taal en termkundig:
Taalkundig; Het woord Selef betekent letterlijk voorgangers of voorlopers en heeft nog een aantal andere betekenissen zoals; lenen enz.
Termkundig; Het volgen van alles wat in de Boek van Allaah Ta'ala en in de authentieke overleveringen van de profeet (salaallaahoe `alayhie was sallem) staat en daar in uitspraak en handeling naar leven.
Is het een bid’ah wanneer iemand zichzelf Selefie noemt?
Het woord Selefie werd in de tijd van de Profeet (salaallaahoe `alayhie was sallem) en Zijn metgezellen niet gebruikt, en dat omdat er in die tijd geen reden was om deze term te gebruiken. De eerste moslims beleden allen de Islaam op de juiste manier en er was dus geen aanleiding om henzelf te onderscheiden door het woord Selef of Selefyien te gebruiken, omdat zij dit vanuit hun natuurlijke geaardheid al nastreefden.
En zoals zij van nature de pure Arabische taal spraken zonder daarin taal of spelfouten te maken en er geen noodzaak was voor het uitvinden van de kennis van grammatica, vervoering en redekunst totdat er taal en spellingsfouten optraden, daarna werden deze wetenschappen uitgevonden om de welsprekendheid te behouden.
Zo is het woord Selef en As-Selefiyah ook ontstaan nadat er vervreemding en afwijking van de juiste beleving van de Islaam ontstond en er zich verschillende sekten begonnen te manifesteren die allen min of meer claimden dat zij de Qor’aan en de Soennah volgden. Vervolgens hebben de Islaamitische geleerden ervoor gezorgd dat degenen die op de juiste weg van hun voorgangers gebleven waren onderscheden werden van deze sekten door hen Ahloel-Hadieth of de Selef te noemen.
Wanneer er over het algemeen het woord Selef wordt gebruikt bij de Islaamitische geleerden dan worden daar de Sahaabah en de Taabi’ain en hun oprechte studenten en volgelingen mee bedoeld. Maar ook de betrouwbare Imaams over wie de natie het eens is dat zij Imaams waren die zichzelf ingezet hebben voor het geloof en daardoor wereldwijd geaccepteerd werden (en worden).
Degenen die beschuldigd waren (en worden) voor het verspreiden en praktiseren van Al-Bid’ah of een slechte bijnaam hebben gekregen zoals Al-Chawaaridj , Ar-Raafidah, An-Naasibah, Al-Qaderiyah, Al-Moerdjiyah, Al-Ashaa’riah, Al-M’otazilah, Al-Djamiyah enz niet meegerekend, want door hun bid’ah behoren zij niet tot de grote geleerden wat voor status zij dan ook in de kennis bereikt hebben.
Hieruit wordt duidelijk dat het woord Selef over het algemeen gebruikt wordt voor de mensen van de eerste en de beste drie eeuwen na de profetische emigratie (Al-Qoeroen Al-Moefadilah), vanaf de tijd van de Sahaabah (de metgezellen), de Taabi’ain (de opvolgers), Atba At-Taabi’ain (opvolgers na de Taabi’ain) en diegenen die daarna zijn gekomen en hun weg hebben bewandeld in de fundament, vertakking en methodologie van de religie.
Over hen zegt de profeet (salaallaahoe `alayhie was sallem):
‘’De beste mensen zijn degenen die in dezelfde eeuw als mij zullen leven, dan degenen die na hen volgen, en dan degenen die na hen volgen! (overgeleverd door Boechaarie Hadieth nr. 2652 en Moslim hadieth nr. 2533.)
En in Sahieh Moslim Hadieth nr. 25336 staat op gezag van Aisha: Een man vroeg aan de profeet (salaallaahoe `alayhie was sallem): Wie zijn de beste mensen? Hij antwoordde:
‘’De (mensen van de) eeuw waarin ik nu leef, vervolgens de tweede (eeuw) en de derde (eeuw)!’’
Ook wordt er aan de hand van Allaah Ta'ala aanprijzing van de Selef duidelijk dat zij betrouwbaar en standvastig zijn in hun geloof en in hun gehele leven, zoals Allaah Ta'ala over hen zegt:
De voorlopers, de allereerste van de Moehadjirien (emigranten vanuit Mekkah) en de Ansaar (bewoners van Medienah) en degenen die hen volgen in oprechtheid, Allaahs Welbehagen is met hen en hun welbehagen is met Hem…(Soerah At-Tauwbah Vers: 100)
Allaahs Welbehagen is met geen ander dan diegene wiens religie correct, betrouwbaar en oprecht is! Daarom zegt Allaah Ta'ala over hen:
Mohammed is de Boodschapper van Allaah en degenen die met hem zijn, zijn hard tegenover de ongelovigen, maar onderling barhartig. Je ziet hen zich neerbuigen en zich neerknielen (in gebed). Zij zoeken een gunst van Allaah en (Zijn) Welbehagen. Hun kenmerken zijn zichtbaar op hun gezichten (voorhoofden) door de sporen van (hun) neerknielingen. Dit is hun beschrijving in de Torah. En hun beschrijving in de Indjiel (de Bijbel) is als een jonge plant waarvan de loten ontspruiten, waardoor hij sterker wordt, Daarna wordt hij steviger en staat hij recht op zijn wortel. Bij de planters veroorzaakt hij blijdschap. Hij wil daarmee de ongelovigen woedende maken. (Soerah Al-Fath Vers: 29)
En Allaah Ta'ala zegt:
Onder de gelovigen zijn er mannen die de belofte die zij aan Allaah gegeven hebben trouw zijn gebleven (en dat is; zij uit gegaan voor Djihaad en hebben hun ruggen niet naar de ongelovigen gekeerd.) Onder hen zijn er wie zijn verplichtingen vervuld heeft (omwille van Allaah gedood is) en anderen die (daarop) wachten. En zij hebben nets veranderd (in hun belofte). (Soerah Al-Ahzaab Vers 23)
Ook wordt hun betrouwbaarheid en standvastigheid duidelijk door de uitspraak van de Profeet (salaallaahoe `alayhie was sallem) waarin hij hen als voorbeeld in het geloof stelt voor diegenen die na hen komen:
‘’Houdt je vast aan Mijn Soennah en aan de Soennah van de Rechtgeleide Chaliefen...Bijt je daar met je kiezen aan vast (klamp je daar stevig aanvast)..’’ (Overgeleverd door Aboe Dawoed in As-Soennah)
Dit alles verduidelijkt het feit dat wij verplicht zijn om hen te volgen in de Waarheid waarop zij zaten, omdat zij het fundament zijn waarmee het Boek van Allaah en de Soennah van de profeet bewaard gebleven zijn. Daarom is elke belastering tegen hen een belastering is tegen de gehele Islaam, en tevens een belastering tegen de Wijsheid van Allaah Ta'ala. Want, Hij zou dan beschuldigd worden van het uitkiezen van onbekwame metgezellen voor Zijn Boodschappers die vervolgens het geloof niet op de juiste manier konden verdedigen, verspreiden en doorgeven zoals het aan de Boodschapper is geopenbaard. Wat natuurlijk allemaal onmogelijk is na de bevestiging van de voorgaande feiten.
Bron: Al-Iebaanah blz 112-115
0 reacties:
Een reactie posten